Passie!
Door: michielboeken
Blijf op de hoogte en volg Michiel
17 Januari 2011 | Nederland, Amsterdam
De kerstvakantie is al weer ruimschoots achter de rug, de beste wensen in dank aanvaard. Druk is het onverminderd, en niet al te mooi weer ook. Het blijft over het algemeen hard waaien, en van tijd tot tijd vallen er ook pittige buien. In elk geval zo dat ik maar niet ga duiken. Een ochtend duiken kost zo’n $ 50, en dan wil je toch ook mooie omstandigheden hebben. Maar op het land is ook genoeg te beleven, dus loop ik heel wat af. In de tuin, de North Coast Trail, de berg op enz.
Naast vogels en orchideeen trekken ook vlinders nogal mijn aandacht. Een soort die je hier veel ziet is de Zebravlinder (Heliconius charitonia). Het is een soort passiebloemvlinder, zoals je die in veel vlindertuinen kunt zien. Daar zijn ze ideaal, want ze hebben mooie kleurtjes, leven lang (zo’n drie maanden), en zijn makkelijk te kweken. Namelijk op Passiebloemen. Er zijn soorten die nogal kieskeurig zijn in de soort Passiebloem waar ze hun eieren op leggen, maar deze is dat niet zo. Nou komen er ook niet erg veel soorten passiebloemen op Saba voor, maar ik ken er toch wel zo’n 4. De algemeenste soorten lijken erg op elkaar, tenminste de bloemetjes. De ene (Passiflora rubra) heeft behaarde bladeren met een korte middenlob en vind je vooral in het bos, de andere (Passiflora suberosa) heeft kale bladen met juist een lange middenlob en groeit vooral in tuinen en langs wegen. Op allebei heb ik de rupsen van de Zebravlinder gevonden. Dat zijn mooie witte rupsen met zwarte stekels. Ze groeien hard, als ze tenminste niet ten prooi vallen aan sluipwespen of een andere moordenaar.
Het leuke aan Passiebloemvlinders is dat ze een wedstrijdje lijken te houden met hun waardplanten. Het idee is dat de Passiebloemen als afweer tegen insektenvraat i de loop der tijden steeds giftiger zijn geworden, en de Passiebloemvlinders als antwoord daarop steeds foefjes hebben gevonden om dat gif in hun huid op te slaan en te verwerken. Het effekt ervan is dat de rupsen zo giftig zijn dat ze als vlinder dat gif nog steeds bij zich dragen. De mooie kleuren zijn dan ook waarschuwingskleuren.
Minder leuk aan de Zebravlinders is dat ze wel vlak langs je vliegen, maar zelden even rustig op een bloem willen zitten. En als ze dat dan doen kukelen ze vaak ondersteboven en kun je er nog moeilijk een foto van maken. Tegen de avond verzamelen ze zich op vaste roestplaatsen. Ze vliegen dan tijden in een wolk op en neer totdat ze bij zonsondergang neerstrijken. Bij zonsopkomst zijn ze koud, en schijn je ze nog wel goed te kunnen fotograferen. Maar dat is best vroeg.
Op de berg kwam ik vorige week een merkwaardig koppel tegen. Die zaten samen aan weerskanten van een uitgekomen pop, en bleven daar ook zitten. Misschien iets paarderigs. Soms zaten ze beide met dichte vleugels, zodat ze samen 1 vlinder leken, soms had eentje z’n vleugels open, dan weer de ander. Af en toe kwamen ook soortgenoten op bezoek, maar een triootje werd het nooit. In ieder geval lieten ze zich, zij het onder matig licht, goed fotograferen.
Ik leefde in de veronderstelling dat alleen de echte Passiebloemvlinders vans passiebloemen konden leven. Niet ver van mijn huis groeit een grote passiebloem, die van de herfst mooie bloemen had. Dat blijkt de eetbare passiebloem (Passiflora edulis) te zijn. Ik probeerde ‘m te stekken, maar dat is tot nog toe niet gelukt. Zoekend naar rupsen kwam ik een klein dagvlinderrupsje op een van de bladeren tegen, zwart met rood. Ik was er al achter gekomen dat de Zebravlinder de enige Passiebloemvlinder van Saba is, en dacht al iets spannends ontdekt te hebben. Tot ik op een gegeven moment een hier veel voorkomende soort Parelmoervlinder eitjes zag afzetten op de bladen en ranken van de plant. Een paar weken later zaten inderdaad een stuk meer van dezelfde rood-zwarte rupsen te eten. Internet is toch wel erg handig om planten en vlinders op te sporen. Deze vlinder heet hier de Gulf Fritillary (Agraulis vanillae), en blijkt ook alleen maar passiebloemen voor de rupsen uit te kiezen.
Zo weet ik mezelf aardig bezig te houden. Om nog wat foto’s kwijt te kunnen vallen er allerlei bruggetjes te maken. Zoals naar de zwart met gele rups die ik wandelend op de weg tegenkwam. Geen kleintje, zoals je kunt zien. De spriet op z’n achterlichaam doet aan een pijlstaart denken, maar deze kan ‘m op en neer laten zwiepen. Het is hier in de Cariben een tamelijk bekend beest, ook wel bekend onder de naam Frangipani worm. Die Frangipani is een boom met erg mooie bloemen (nog geen foto van gemaakt), die hij erg lekker vindt. Het is inderdaad een verwant van de pijlstaartvlinders (Pseudosphinx tetrio). De poppen zijn ook reuzegroot. Bij het omwerken van een stukje tuin tot moestuin kwam ik er een tegen. Een foto wilde ik de volgende dag maken, maar toen was ie al uitgekomen.
Vlinders fotograferen is een leuke sport, maar niet eenvoudig. Zeker niet de Kolibrievliinder, ook een pijlstaartsoort, die ik een keer tegenkwam. Mooi beestje, maar razend snel.
En zo heb ik dan weer een mooi bruggetje naar de kolibries gemaakt. Vorige week heb ik met nogal wat moeite een Groenkeelkolibrie uit huis gevangen. Het beestje was zo gestresst dat ie niet meer naar buiten kwam. De volgende dag zat er een Kuifkolibrie binnen tegen het raam. De Granaatkolibrie hebben we nog niet binnen gehad, maar ik heb er nu wel een foto van. Niet het fraaiste plaatje, maar doordat hij net z’n hoofd omdraaide kun je z’n paarsrode keel wel mooi zien.
Goed, dit was weer een aflevering biologie. Een volgende keer weer wat intermenselijke belevenissen. Maar eerst ga ik even emigreren: volgende week zit ik een weekje in Nederland. Wie weet tot dan....
Naast vogels en orchideeen trekken ook vlinders nogal mijn aandacht. Een soort die je hier veel ziet is de Zebravlinder (Heliconius charitonia). Het is een soort passiebloemvlinder, zoals je die in veel vlindertuinen kunt zien. Daar zijn ze ideaal, want ze hebben mooie kleurtjes, leven lang (zo’n drie maanden), en zijn makkelijk te kweken. Namelijk op Passiebloemen. Er zijn soorten die nogal kieskeurig zijn in de soort Passiebloem waar ze hun eieren op leggen, maar deze is dat niet zo. Nou komen er ook niet erg veel soorten passiebloemen op Saba voor, maar ik ken er toch wel zo’n 4. De algemeenste soorten lijken erg op elkaar, tenminste de bloemetjes. De ene (Passiflora rubra) heeft behaarde bladeren met een korte middenlob en vind je vooral in het bos, de andere (Passiflora suberosa) heeft kale bladen met juist een lange middenlob en groeit vooral in tuinen en langs wegen. Op allebei heb ik de rupsen van de Zebravlinder gevonden. Dat zijn mooie witte rupsen met zwarte stekels. Ze groeien hard, als ze tenminste niet ten prooi vallen aan sluipwespen of een andere moordenaar.
Het leuke aan Passiebloemvlinders is dat ze een wedstrijdje lijken te houden met hun waardplanten. Het idee is dat de Passiebloemen als afweer tegen insektenvraat i de loop der tijden steeds giftiger zijn geworden, en de Passiebloemvlinders als antwoord daarop steeds foefjes hebben gevonden om dat gif in hun huid op te slaan en te verwerken. Het effekt ervan is dat de rupsen zo giftig zijn dat ze als vlinder dat gif nog steeds bij zich dragen. De mooie kleuren zijn dan ook waarschuwingskleuren.
Minder leuk aan de Zebravlinders is dat ze wel vlak langs je vliegen, maar zelden even rustig op een bloem willen zitten. En als ze dat dan doen kukelen ze vaak ondersteboven en kun je er nog moeilijk een foto van maken. Tegen de avond verzamelen ze zich op vaste roestplaatsen. Ze vliegen dan tijden in een wolk op en neer totdat ze bij zonsondergang neerstrijken. Bij zonsopkomst zijn ze koud, en schijn je ze nog wel goed te kunnen fotograferen. Maar dat is best vroeg.
Op de berg kwam ik vorige week een merkwaardig koppel tegen. Die zaten samen aan weerskanten van een uitgekomen pop, en bleven daar ook zitten. Misschien iets paarderigs. Soms zaten ze beide met dichte vleugels, zodat ze samen 1 vlinder leken, soms had eentje z’n vleugels open, dan weer de ander. Af en toe kwamen ook soortgenoten op bezoek, maar een triootje werd het nooit. In ieder geval lieten ze zich, zij het onder matig licht, goed fotograferen.
Ik leefde in de veronderstelling dat alleen de echte Passiebloemvlinders vans passiebloemen konden leven. Niet ver van mijn huis groeit een grote passiebloem, die van de herfst mooie bloemen had. Dat blijkt de eetbare passiebloem (Passiflora edulis) te zijn. Ik probeerde ‘m te stekken, maar dat is tot nog toe niet gelukt. Zoekend naar rupsen kwam ik een klein dagvlinderrupsje op een van de bladeren tegen, zwart met rood. Ik was er al achter gekomen dat de Zebravlinder de enige Passiebloemvlinder van Saba is, en dacht al iets spannends ontdekt te hebben. Tot ik op een gegeven moment een hier veel voorkomende soort Parelmoervlinder eitjes zag afzetten op de bladen en ranken van de plant. Een paar weken later zaten inderdaad een stuk meer van dezelfde rood-zwarte rupsen te eten. Internet is toch wel erg handig om planten en vlinders op te sporen. Deze vlinder heet hier de Gulf Fritillary (Agraulis vanillae), en blijkt ook alleen maar passiebloemen voor de rupsen uit te kiezen.
Zo weet ik mezelf aardig bezig te houden. Om nog wat foto’s kwijt te kunnen vallen er allerlei bruggetjes te maken. Zoals naar de zwart met gele rups die ik wandelend op de weg tegenkwam. Geen kleintje, zoals je kunt zien. De spriet op z’n achterlichaam doet aan een pijlstaart denken, maar deze kan ‘m op en neer laten zwiepen. Het is hier in de Cariben een tamelijk bekend beest, ook wel bekend onder de naam Frangipani worm. Die Frangipani is een boom met erg mooie bloemen (nog geen foto van gemaakt), die hij erg lekker vindt. Het is inderdaad een verwant van de pijlstaartvlinders (Pseudosphinx tetrio). De poppen zijn ook reuzegroot. Bij het omwerken van een stukje tuin tot moestuin kwam ik er een tegen. Een foto wilde ik de volgende dag maken, maar toen was ie al uitgekomen.
Vlinders fotograferen is een leuke sport, maar niet eenvoudig. Zeker niet de Kolibrievliinder, ook een pijlstaartsoort, die ik een keer tegenkwam. Mooi beestje, maar razend snel.
En zo heb ik dan weer een mooi bruggetje naar de kolibries gemaakt. Vorige week heb ik met nogal wat moeite een Groenkeelkolibrie uit huis gevangen. Het beestje was zo gestresst dat ie niet meer naar buiten kwam. De volgende dag zat er een Kuifkolibrie binnen tegen het raam. De Granaatkolibrie hebben we nog niet binnen gehad, maar ik heb er nu wel een foto van. Niet het fraaiste plaatje, maar doordat hij net z’n hoofd omdraaide kun je z’n paarsrode keel wel mooi zien.
Goed, dit was weer een aflevering biologie. Een volgende keer weer wat intermenselijke belevenissen. Maar eerst ga ik even emigreren: volgende week zit ik een weekje in Nederland. Wie weet tot dan....
-
02 Februari 2011 - 12:54
Veronica :
leuk lesje biologie en prachtige foto's, ga zo voort.
ik weet zelf vanalles over rendieren en sledehonden, maar ja dat zul jij ook wel weten!
het was daar boven de poolcircel trouwens bitterkoud -28 dikke sneeuw en zelfs een paar uur zon!
groet en tot de volgende keer. -
26 April 2013 - 02:30
René Caderius Van Veen:
Hoi Michiel,
Ik hoop dat de lente zelfs in Nederland ook passie bij jou oproept. Leo en Ria Arnoldy lukte het wel om de eetbare te stekken en ik ben zo gelukkig dat die stekjes bij mij veelbelovend groeien. Er gebeurt eigenlijk best veel op Saba: meer dan je op sabanews kunt lezen, maar het is misschien verstandig voor jou je meer op een toekomst in kikkerlandje dan op verleden op treefrogsrots te focussen. Weet dat ik - en velen met mij - het nog steeds betreuren dat je vertrokken bent. Put daaruit meteen de hoop dat ook in Nederland mensen je graag met open armen ontvangen en je ook niet graag zullen laten gaan.
Hartelijke groet,
René
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley