Vrije tijd

De ontwikkelingen op school zijn af en toe adembenemend, maar de afgelopen keren heb ik al over school verteld, dus nou maar wat over de (schaarse) vrije tijd. Door de week is die er de afgelopen weken niet geweest, dus probeer ik het in het weekend in te halen. Het ritme is geworden: zaterdagochtend boodschappen en zo, ’s middags een stevige wandeling, en zondag duiken.
Afgelopen zaterdag heb ik nogmaals mijn toekomstige woning bezocht. Eigenlijk zou ik gaan kiezen tussen een vrij klein boven-appartementje en een grote benedenverdieping, maar inmiddels was het boven-appartement al verhuurd aan degene die ook de andere helft van de bovenverdieping verhuurt, ook een Nederlandse overigens. Ik trek dus in de benedenverdieping, met een enorme keuken (met zo’n megafornuis), een woogedeelte en een klein slaapkamertje. Buiten is een overdekt terras en een tuin met allerlei vruchtbomen, zoals sinaasappel, guave, papaya, bananen en kokospalm.
’s Middags kwam ik, hoewel het eerst niet de bedoeling was, bij de top van de berg en had een “scenic view” naar beneden. Helaas was het een beetje bewolkt, maar ik kon tussen de flarden zowel mijn huidige woning in St. John’s als het nieuwe huis in the English Quarter (van Windwardside) zien liggen. Bij wat bananenbomen boven genoot ik van een stel spelende kuifkolibries. Ongelofelijk hoe die beestjes het ene moment stil in de lucht hangen, en dan als een pijl tientallen meters wegschieten.
Vrijdag en zaterdag zag het weer er ideaal om te duiken uit: nauwelijks wind, net als vorige week. Toen was het op zondag iets minder vlak, maar rustig genoeg om naar plekken te gaan die anders niet zo bereikbaar zijn. De tweede duik ging toen rond Green Island, waar ik dus ook boven water van de daar broedende bonte sterns, brilsterns en bruine boobies (jan van genten) kon genieten. De fregatvogels lieten daar trouwens ook hun andere kant zien: die blijken niet alleen te vissen, maar ook te vogelen. Voortdurend loerend of ze een stern uit de lucht kunnen plukken. Onder water zagen we verschillende soorten keizersvissen (Angelfish) en een paar fraai gekleurde naaktslakjes, met een haast nóg mooiere naam: Purple-crowned sea godess. Aan het eind zwom ik bijna tegen een enorme Tarpon aan, een niet zo fraaie maar erg grote roofvis. De voorste duikers kwamen nog een paar verpleegsterhaaien tegen, maar ik niet.
Dat werd zondag wel weer goedgemaakt. Het woei harder, zodat we dichter onder het eiland bleven. Bij de eerste duik lag een grote verpeegsterhaai (ca. 2 m.) te slapen, met z’n kop onder een overhangend rotspuntje. Bij de tweede duik kwam er een kleiner exemplaar tevoorschijn, die ons een hele tijd bleef volgen. Ik vermoed dan ook dat het een leerling-verpleegsterhaai was. Mooi was ook een soort egelvisje, de Web Burrfish. Duiken aan de westzijde van Saba heeft wel iets van zwemmen in een tuin. Er is daar geen echt koraalrif, maar allerlei begroeide rotsblokken en punten. Die zijn dan begroeid met enorme vaassponzen, en vele andere soorten spons en koraal, maar allemaal vrij wijd uit elkaar. Hier en daar zitten grote langoesten, Carribean lobsters, (kreeften) verscholen, een keer liep een groot exemplaar los rond, maar toen ik aankwam kroop die net in een hol. Zodra er een kurketrekkeranemoon groeit, zitten er ook de kleine maar erg mooi gekleurde Pederson poetsgarnalen bij, een keer vond ik ook een paar spinkrabben (Yellowline arrow crab). Verder zijn de Flamingotongen altijd erg fotogeniek. Het zijn slakken die hun mooi gevlekte mantel over hun schelp dragen. Ze vreten aan koraalpoliepen, als je eraan gewend bent zie je al op een afstand waar ze moeten zitten aan de kale plekken op de gorgonen. Zo, dit was tenminste weer een verhaal waar ik wat foto’s bij kwijt kan…
Morgen is de tweede dag dat de school draait, en tegelijk mijn laatste dag: woensdag vertrek ik weer naar Nederland. Maar ik heb vandaag mijn arbeidscontract getekend, dus I will come back!