Jamaica en ander klein leed
Door: michielboeken
Blijf op de hoogte en volg Michiel
09 September 2011 | Nederland, Amsterdam
Ik ben nu een weekje terug uit Jamaica. Jammer genoeg moet ik zeggen dat ik wat teleurgesteld terugkeerde. Het programma was nogal mager. We waren er met een groepje leraren heengegaan, waarbij de leraren in algemene vaken getraind zouden worden in de specifieke, competentiegerichte TVET-methode van lesgeven. Dit vooral door met leraren van twee verschillende opleidingen mee te lopen en te praten. Helaas waren de meeste cursussen nog niet begonnen, waren veel leraren nog op vakantie, en viel er dus weinig te zien. Mijn doel was, om samen met de nieuwe afdelingsleidster, helderheid over de structuur, mogelijkheden en kosten van deze vorm van beroepsonderwijs te krijgen. Ik probeer nu al driekwart jaar die duidelijkheid via e-mail te krijgen, maar krijg steeds geen antwoord op mijn vragen. Inderdaad is het wel zinvol om de mensen zelf te bezoeken: een aantal antwoorden heb ik nu wel gekregen. Die hadden net zo goed via mail gegeven kunnen worden, maar dat werkt daar niet zo, blijkbaar.
Wat voor mij ook erg wennen is (al denk ik niet dat ik daar ooit aan zal wennen), is dat ze overal geld uit proberen te slaan. Het feit dat er een programma (van 4 ochtenden) voor ons in elkaar werd gezet, kostte ons $ 1000. Dat was een koopje, want toen ik in mei van plan was om er alleen samen met 1 collega heen te gaan, vroegen ze er $ 2000 voor. Dankzij de connecties van die collega werd de prijs nu gehalveerd, waarbij dan wel de lunches eruit waren gehaald.
Om de TVET-examens te mogen aanbieden, moeten eerst de praktijklokalen goedgekeurd worden. Voor zo’n “facility audit” moeten natuurlijk mensen uit Jamaica overkomen. Behalve alle reis- en verblijfskosten, inclusief maaltijden en lokaal vervoer, wordt daarvoor ook nog een daggeld van $ 120 in rekening gebracht. Na een ochtend en ook nog de halve middag op het hoofdkantoor gepraat te hebben, kregen we bij het weggaan nog te horen dat ze bij het kostenoverzicht helaas de consultantskosten vergeten waren te vermelden; die moesten er dus nog even bij, $ 500 perpersoon per dag. Onze eigen collega vertelde op hetzelfde moment dat we, in het kader van de facility audit, ook een volledig handboek met alle procedures moesten inleveren. Dat moet iets vreselijk moeilijks zijn, dat kun je niet zelf, en je moet dus wel expertise inkopen. Tegen dezelfde kosten natuurlijk. Maar hij wilde het best voor de helft van de prijs doen. Toen we een paar dagen later aan een van de managers vroegen of we een voorbeeld van zo’n handboek konden inzien, was dat niet mogelijk. Copyright en zo. Een inhoudsopgave dan misschien? Moeilijk, moeilijk. Uiteindelijk concludeerde ik dat de hele manual ongeveer gelijk aan een schoolgids zal zijn, en die moeten we toch maken. Lijkt me een stuk goedkoper.
Onze Jamaicaanse collega’s zijn evenzeer gefascineerd door geld. We hadden alles geregeld: vliegreis, huurauto’s, onderdak, drie maaltijden per dag. En toen kwamen ze vragen hoe hoog het daggeld wel was. Mij leek het verder niet nodig om daggeld te geven, een reservebedrag had ik al ingecalculeerd. Maar dat had ik toch echt mis. Ik dacht dat daggeld was om je eten en drinken van te betalen, en dat was al betaald, maar mij werd duidelijk gemaakt dat je toch ook wel eens ergens anders wilde eten, of iets leuks doen, dus daggeld moest toch echt. Advies aan het bestuur leverde eerst ook niet veel op: in het antwoord werd gezegd dat ik helemaal gelijk had en er dus geen daggeld gegeven hoefde te worden, en ook dat het daggeld $ 175 per persoon per dag was. Dat is het bedrag dat de eilandsraad heeft vastgesteld voor dienstreizen naar een bestemming als Jamaica. Uiteindelijk bepaalde het bestuur dat we $ 100 per dag moesten krijgen. Aangezien we met 6 personen 8,5 dag zouden wegblijven, betekende dit ruim $ 5000. Dat leek me wel erg gortig, en ik heb maar gezegd dat het $ 500 per persoon voor de hele week werd.
Het werd wel duidelijk waar ze het voor nodig hadden: de huurauto’s waren voortdurend in gebruik, elke avond naar parties. En vervolgens verontwaardigd dat de benzine uit het daggeld betaald moest worden. Zodoende zaten wij als niet-Jamaicanen voornamelijk te wachten tot de anderen op de afspraken verschenen. De laatste dag bijvoorbeeld, zouden ze ons wat van het land laten zien. Ik wilde dan wel vroeg vertrekken, uiteindelijk spraken we af om 9 uur. Tegen die tijd belden ze dat het een half uurtje later zou worden, waar wij meteen nog een extra halfuur bij optelden. Uiteindelijk vertrokken we om 12 uur. We sjeesten dwars over het eiland naar de noordkust, waar we de watervallen van de Dunn-rivier gingen beklimmen. Dat was omgetoverd tot een soort pretpark, compleet met hordes zeer gewiekste verkopers. Wij, de drie niet-Jamaicanen, zouden de waterval ingaan, daarna zouden we naar het strand gaan. We moesten ons bij een groep toeristen aansluiten, die permanent gefilmd werd en dus moesten we elke paar minuten enthousiast zwaaien en roepen. Niet echt mijn ding. Halverwege zagen we een van de collega’s langs de kant staan; we begrepen dat hij kwam kijken waarom het zo lang duurde. Toen we weer boven waren, was niemand bij de auto, de tweede auto was verdwenen. Na een uur kwam de ene collega met zijn vriendinnetje aanzetten. Bleek dat het strand beneden aan de waterval was, maar dat wisten wij niet. Nou ja, en toen was de dag wel weer zo’n beetje om.
Jamaica lijkt me een erg mooi land, en ik ben ook erg veel vriendelijke mensen tegengekomen. Maar ik had er wel wat meer van willen zien. In elk geval grappig dat overal de Kalkoengieren om je oren vliegen, en zo nog wel wat mooie vogels. Van de nationale vogel, een kolibrie waarvan het mannetje twee enorm lange staartveren heeft, heb ik alleen bij aankomst op het vliegveld een vrouwtje gezien. De stereotiepe Rasta’s met grote joint zie je niet overal, maar ze zijn er wel. En ik kan zeggen dat ik in het Bob Marleymuseum ben geweest. Zo, dat was dan Jamaica.
Toen ik zondag thuiskwam, wilde ik als eerste alle deuren even open zetten. Er was weinig wind, omdat orkaan Katia alles opzoog, en dus was het huis broeierig warm. Bij het openen van de achterdeur zakte ik door de vloer: termieten hadden de houten plank uitgehold. Dat is inmiddels door de klusjesman weer mooi hersteld.
Verder ben ik nogal bezig met de bank, in een poging om geld van mijn Sabaanse rekening naar Nederland over te maken. Eerst heb ik twee weken mogen wachten op het deblokkeren van mijn rekening en het krijgen van een nieuwe pas. Vervolgens bleek dat ik daarmee niet kon inloggen om geld over te maken. Na nog enkele bezoeken aan de bank, waarbij steeds werd gezegd dat het nu wel kon, lukte het nog steeds niet. Wonder boven wonder antwoordde de klantenservice op mijn mail en stuurde het pasnummer van mijn gestolen pas. Zodoende kon ik vanaf Jamaica eindelijk geld overmaken. En nu blijkt dat die overschrijving niet is doorgekomen. Maar ze weten niet of dat alsnog doorkomt, of dat ik opnieuw moet overmaken. Dat zijn ze nu ook al weer bijna een week aan het uitzoeken. En al die tijd kan ik de welwillende uitleners van geld niet terugbetalen, en zal Joe Lie wel aanmaningen krijgen voor bedragen die niet meer geind kunnen worden.
Nadat Katia zo aardig was om noordelijk van ons langs te trekken (die draait nu richting Europa), komt nu Maria eraan, en die scheert morgen precies langs Saba. Hoewel de storm gisteren wat verminderde, nam hij vandaag weer toe, en kregen we vanochtend opdracht de school te sluiten. De luiken en hurricane shutters werden voor de ramen gedaan, alle electrische apparatuur moest uit het stopcontact, spullen met plastic afgedekt. Waarom we nou de lessen moesten staken weet ik niet, zolang de electriciteit het doet zou er gewoon lesgegeven kunnen worden. Vanmiddag ben ik nog gewoon de hellingen afgeweest voor een orchideeenronde, en pas vannacht wordt verwacht dat het echt gaat spoken.
Nou ja, er zijn ergere dingen op de wereld.
Wat voor mij ook erg wennen is (al denk ik niet dat ik daar ooit aan zal wennen), is dat ze overal geld uit proberen te slaan. Het feit dat er een programma (van 4 ochtenden) voor ons in elkaar werd gezet, kostte ons $ 1000. Dat was een koopje, want toen ik in mei van plan was om er alleen samen met 1 collega heen te gaan, vroegen ze er $ 2000 voor. Dankzij de connecties van die collega werd de prijs nu gehalveerd, waarbij dan wel de lunches eruit waren gehaald.
Om de TVET-examens te mogen aanbieden, moeten eerst de praktijklokalen goedgekeurd worden. Voor zo’n “facility audit” moeten natuurlijk mensen uit Jamaica overkomen. Behalve alle reis- en verblijfskosten, inclusief maaltijden en lokaal vervoer, wordt daarvoor ook nog een daggeld van $ 120 in rekening gebracht. Na een ochtend en ook nog de halve middag op het hoofdkantoor gepraat te hebben, kregen we bij het weggaan nog te horen dat ze bij het kostenoverzicht helaas de consultantskosten vergeten waren te vermelden; die moesten er dus nog even bij, $ 500 perpersoon per dag. Onze eigen collega vertelde op hetzelfde moment dat we, in het kader van de facility audit, ook een volledig handboek met alle procedures moesten inleveren. Dat moet iets vreselijk moeilijks zijn, dat kun je niet zelf, en je moet dus wel expertise inkopen. Tegen dezelfde kosten natuurlijk. Maar hij wilde het best voor de helft van de prijs doen. Toen we een paar dagen later aan een van de managers vroegen of we een voorbeeld van zo’n handboek konden inzien, was dat niet mogelijk. Copyright en zo. Een inhoudsopgave dan misschien? Moeilijk, moeilijk. Uiteindelijk concludeerde ik dat de hele manual ongeveer gelijk aan een schoolgids zal zijn, en die moeten we toch maken. Lijkt me een stuk goedkoper.
Onze Jamaicaanse collega’s zijn evenzeer gefascineerd door geld. We hadden alles geregeld: vliegreis, huurauto’s, onderdak, drie maaltijden per dag. En toen kwamen ze vragen hoe hoog het daggeld wel was. Mij leek het verder niet nodig om daggeld te geven, een reservebedrag had ik al ingecalculeerd. Maar dat had ik toch echt mis. Ik dacht dat daggeld was om je eten en drinken van te betalen, en dat was al betaald, maar mij werd duidelijk gemaakt dat je toch ook wel eens ergens anders wilde eten, of iets leuks doen, dus daggeld moest toch echt. Advies aan het bestuur leverde eerst ook niet veel op: in het antwoord werd gezegd dat ik helemaal gelijk had en er dus geen daggeld gegeven hoefde te worden, en ook dat het daggeld $ 175 per persoon per dag was. Dat is het bedrag dat de eilandsraad heeft vastgesteld voor dienstreizen naar een bestemming als Jamaica. Uiteindelijk bepaalde het bestuur dat we $ 100 per dag moesten krijgen. Aangezien we met 6 personen 8,5 dag zouden wegblijven, betekende dit ruim $ 5000. Dat leek me wel erg gortig, en ik heb maar gezegd dat het $ 500 per persoon voor de hele week werd.
Het werd wel duidelijk waar ze het voor nodig hadden: de huurauto’s waren voortdurend in gebruik, elke avond naar parties. En vervolgens verontwaardigd dat de benzine uit het daggeld betaald moest worden. Zodoende zaten wij als niet-Jamaicanen voornamelijk te wachten tot de anderen op de afspraken verschenen. De laatste dag bijvoorbeeld, zouden ze ons wat van het land laten zien. Ik wilde dan wel vroeg vertrekken, uiteindelijk spraken we af om 9 uur. Tegen die tijd belden ze dat het een half uurtje later zou worden, waar wij meteen nog een extra halfuur bij optelden. Uiteindelijk vertrokken we om 12 uur. We sjeesten dwars over het eiland naar de noordkust, waar we de watervallen van de Dunn-rivier gingen beklimmen. Dat was omgetoverd tot een soort pretpark, compleet met hordes zeer gewiekste verkopers. Wij, de drie niet-Jamaicanen, zouden de waterval ingaan, daarna zouden we naar het strand gaan. We moesten ons bij een groep toeristen aansluiten, die permanent gefilmd werd en dus moesten we elke paar minuten enthousiast zwaaien en roepen. Niet echt mijn ding. Halverwege zagen we een van de collega’s langs de kant staan; we begrepen dat hij kwam kijken waarom het zo lang duurde. Toen we weer boven waren, was niemand bij de auto, de tweede auto was verdwenen. Na een uur kwam de ene collega met zijn vriendinnetje aanzetten. Bleek dat het strand beneden aan de waterval was, maar dat wisten wij niet. Nou ja, en toen was de dag wel weer zo’n beetje om.
Jamaica lijkt me een erg mooi land, en ik ben ook erg veel vriendelijke mensen tegengekomen. Maar ik had er wel wat meer van willen zien. In elk geval grappig dat overal de Kalkoengieren om je oren vliegen, en zo nog wel wat mooie vogels. Van de nationale vogel, een kolibrie waarvan het mannetje twee enorm lange staartveren heeft, heb ik alleen bij aankomst op het vliegveld een vrouwtje gezien. De stereotiepe Rasta’s met grote joint zie je niet overal, maar ze zijn er wel. En ik kan zeggen dat ik in het Bob Marleymuseum ben geweest. Zo, dat was dan Jamaica.
Toen ik zondag thuiskwam, wilde ik als eerste alle deuren even open zetten. Er was weinig wind, omdat orkaan Katia alles opzoog, en dus was het huis broeierig warm. Bij het openen van de achterdeur zakte ik door de vloer: termieten hadden de houten plank uitgehold. Dat is inmiddels door de klusjesman weer mooi hersteld.
Verder ben ik nogal bezig met de bank, in een poging om geld van mijn Sabaanse rekening naar Nederland over te maken. Eerst heb ik twee weken mogen wachten op het deblokkeren van mijn rekening en het krijgen van een nieuwe pas. Vervolgens bleek dat ik daarmee niet kon inloggen om geld over te maken. Na nog enkele bezoeken aan de bank, waarbij steeds werd gezegd dat het nu wel kon, lukte het nog steeds niet. Wonder boven wonder antwoordde de klantenservice op mijn mail en stuurde het pasnummer van mijn gestolen pas. Zodoende kon ik vanaf Jamaica eindelijk geld overmaken. En nu blijkt dat die overschrijving niet is doorgekomen. Maar ze weten niet of dat alsnog doorkomt, of dat ik opnieuw moet overmaken. Dat zijn ze nu ook al weer bijna een week aan het uitzoeken. En al die tijd kan ik de welwillende uitleners van geld niet terugbetalen, en zal Joe Lie wel aanmaningen krijgen voor bedragen die niet meer geind kunnen worden.
Nadat Katia zo aardig was om noordelijk van ons langs te trekken (die draait nu richting Europa), komt nu Maria eraan, en die scheert morgen precies langs Saba. Hoewel de storm gisteren wat verminderde, nam hij vandaag weer toe, en kregen we vanochtend opdracht de school te sluiten. De luiken en hurricane shutters werden voor de ramen gedaan, alle electrische apparatuur moest uit het stopcontact, spullen met plastic afgedekt. Waarom we nou de lessen moesten staken weet ik niet, zolang de electriciteit het doet zou er gewoon lesgegeven kunnen worden. Vanmiddag ben ik nog gewoon de hellingen afgeweest voor een orchideeenronde, en pas vannacht wordt verwacht dat het echt gaat spoken.
Nou ja, er zijn ergere dingen op de wereld.
-
10 September 2011 - 07:53
Chaja:
Ha Michiel,
leuk om zo op de hoogte te blijven van wel en wee...........en jaloersmakende foto's! -
11 September 2011 - 10:12
Mirjam Broeders:
Jeetje, Michiel, wat een verhaal...
Vorige keer al over die jeuk (ik benijdde je niet) en nu dit gedoe....
Gaaf die foto's. Al met al wel een heel andere wereld. En die temperatuur! Na een regenachtige zomer hier klinkt dat wel erg lekker, maar ik herinner me ook nog die hoge luchtvochtigheid daar waardoor het ook zwaar aan kan voelen. Hoe is het je vergaan met orkaan Maria?
Met mijn gezondheid gaat het heel langzaam vooruit, elke maand een klein stapje.
Iets compleets weirds: ook mijn (eeneiige) tweelingzus heeft nu hersenletsel....
Ik mail binnenkort uitgebreider.
Alle goeds,
Mirjam -
11 September 2011 - 18:53
Eva En Louis:
We zullen wat geld overmaken naar Joe Lie, zodat ze even wat vooruit kan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley